Borgstelling mkb-krediet

Als (startende) ondernemer is het niet altijd eenvoudig om een bancaire lening af te sluiten. Vooral niet wanneer je hier weinig zekerheden tegenover kunt zetten. Met de borgstelling mkb-kredieten staat het ministerie van Economische Zaken voor een deel van het krediet garant, waardoor je bij de bank of financier meer kunt lenen dan je op basis van je onderpand zou krijgen.

Borgstelling mkb-krediet
Het ministerie van Economische Zaken voor een deel van het krediet garant.

Met de borgstelling mkb-kredieten, ook wel borgstellingskrediet genoemd, wil de overheid het midden- en kleinbedrijf helpen om ook zonder de aanwezigheid van onderpand de nodige investeringen te kunnen doen. De overheid kan tot maximaal 90 procent van de financiering borg staan. Voor het gedeelte waarvoor de overheid niet garant staat moet je alsnog een andere zakelijke lening afsluiten, bijvoorbeeld een bedrijfskrediet. Voor deze lening moet je de bank of andere aangesloten financier, zoals Qredits, uiteraard wel voldoende onderpand kunnen bieden.

Voorwaarden voor het borgstellingskrediet

Niet elke ondernemer met een financieringsbehoefte kan een beroep doen op de borgstelling mkb-kredieten. Allereerst is het van belang dat je een mkb-ondernemer bent en in Nederland inkomsten- of vennootschapsbelasting betaalt, niet meer dan 250 werknemers hebt, een jaaromzet tot 50 miljoen euro hebt óf een balanstotaal van maximaal 43 miljoen euro. Daarnaast mag je het krediet niet beleggen en moet de toekomst van de onderneming er gunstig uitzien.

Ook voor het financieringsbedrag gelden voorwaarden. Zo moet de financieringsbehoefte minimaal 35.000 euro zijn en mag het niet meer zijn dan 1.5 miljoen euro. Het aanvragen van het benodigde krediet kun je niet zelf doen, maar verloopt via de bank of financier. Zij dienen op hun beurt het verzoek in bij de overheid. Het verzoek moet je kunnen onderbouwen met jaarrekeningen en een beknopt plan waarin je uitlegt waarvoor je de financiering gaat gebruiken. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is vervolgens verantwoordelijk voor de uitvoering van de borgstellingsregeling.

Bepaalde mkb-ondernemers zijn uitgesloten van deelname op de borgstelling mkb-kredieten. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer je werkzaam bent in de gezondheidszorg, land- en tuinbouw of commerciële vastgoedsector. Ondernemers uit deze branches zijn uitgesloten omdat zij in combinatie met andere overheidsregelingen anders dubbele garanties zouden krijgen. Ook kunnen zij doorgaans wel voldoende onderpand bieden, waardoor zij ook zonder tussenkomst van het borgstelling mkb-krediet kunnen investeren.

Voordelen van lenen met borgstelling van de overheid

Door zakelijk te lenen met een borgstelling van de overheid heb je de mogelijkheid om ook in moeilijkere tijden te investeren in jouw onderneming. Bovendien is het niet alleen makkelijker om met een overheidsgarantie een beroep te doen op de bank, ook betaal je door deze borgstelling minder rente. Wel betaalt de bank of financier voor het verlenen van de borgstelling eenmalig een provisie aan de RVO, die in de meeste gevallen wordt doorberekend naar jou. De hoogte van deze provisie is onder meer afhankelijk van de looptijd van het krediet.

De looptijd van de borgstelling gaat in op het moment dat je begint met aflossen. Je bent echter verplicht om hier binnen 6 maanden na het ondertekenen van het contact mee te beginnen. Voor reguliere investeringen is de looptijd maximaal 6 jaar. Is de lening bedoeld om te investeren in een gebouw, dan geldt een periode van 12 jaar. Voor woon-werk-panden geldt dat minimaal 50 procent van de ruimte bestemd moet zijn voor zakelijk gebruik.