Altfinator gaat mkb-adviseurs in Europa opleiden

Het nieuwe project Altfinator gaat, met financiële ondersteuning van de Europese Commissie, mkb-adviseurs, startup-netwerken, accountants en accelerators uit diverse Europese landen opleiden in alternatieve financiering.

Er zijn genoeg innovatieve mkb-bedrijven die hartstikke goede ideeën hebben, maar in de uitvoering ervan gelimiteerd zijn door hun gebrek aan ervaring of financieringsmogelijkheden. De laatste jaren zijn er wel interessante alternatieve financieringsvormen ontstaan, maar de verdeling hiervan verschilt per land of regio en dit belemmert nog steeds sommige mkb-ondernemingen.

Toegang tot alternatieve financiering verbeteren

Het Altfinator-project wil de toegang tot alternatieve financiering voor het innovatieve mkb verbeteren en een grote groep van mkb-adviseurs in Europa meer kennis bijbrengen over deze vormen van financiering. Het richt zich hierbij op startup-netwerken, accelerators, maar ook de traditionele mkb-adviseurs, zoals accountants en financieel specialisten.

1,5 miljoen euro van Europese Commissie

De Europese Commissie stelt voor de eerste twee jaar een bedrag van 1,5 miljoen euro aan co-financiering beschikbaar zodat het project opgestart kan worden. Er wordt opleidingsmateriaal ontwikkeld en in meer dan vijftien landen in Europa zullen de eerste opleidingen en trainingen worden gegeven. Deze trainingen worden gebaseerd op de ervaringen en best-practices die zijn opgedaan in landen waar de alternatieve financieringsmarkt al verder ontwikkeld is, zoals de VS, het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Ronald Kleverlaan is als Europese expert binnen dit initiatief betrokken om er voor te zorgen dat de kwaliteit en inhoud van de trainingen hoogwaardig zijn en dat men gebruikmaakt van de beste voorbeelden en verschillende landen.

Trainingen bij nationale en lokale organisaties

De bedoeling is dat na de beginfase de trainingen verder uitgerold worden bij nationale en lokale organisaties. “We verzamelen in dit traject de best practices uit Nederland en het Verenigd Koninkrijk”, aldus Ronald. “Deze zullen door een achttal Europese partners uiteindelijk geïmplementeerd gaan worden in diverse landen, in eerste instantie voornamelijk in Oost- en Zuid Europa.”