Extra Europees kapitaal voor business incubators

Internationaal ontstaan steeds meer incubators, met name in het hoger onderwijs. Ook in Nederland hebben veel universiteiten en hogescholen soortgelijke deelnames in studentbedrijven. Mede dankzij nieuw kapitaal vanuit de EU kunnen deze nog verder groeien.

Europa heeft 117,6 miljoen euro beschikbaar gesteld voor incubators, waarbij het aanvragen in behandeling neemt tussen de 200 duizend en 7 miljoen euro. Dit kapitaal is zeker niet alleen voor het onderwijs, al lijkt die internationaal wel steeds actiever te worden op dit vlak.

Onderwijs richt zich steeds meer op ondernemerschap

Het ondernemerschap wordt educatief steeds vaker als alternatief gezien voor het werken in loondienst. In plaats van het schrijven van een verplichte sollicitatiebrief mag er ook een samenvatting van een ondernemingsplan worden ingeleverd. En de stageperiode kan steeds vaker via het eigen bedrijf, of zelfstandig binnen de schoolmuren.

En dat is een interessante ontwikkeling. Studenten die voorheen de studie misschien vaarwel hadden gezegd om zich op een uniek bedrijfsidee te storten, kunnen dit nu op school oppakken. Dankzij begeleiding vanuit het onderwijs beginnen deze studentbedrijven steeds vaker vanuit een ingericht kantoor, waar klanten kunnen worden ontvangen en het bedrijf versneld uit de startblokken kan.

En daar blijft het vaak niet bij. Regelmatig worden er vervolgens ook coaches, trainingen en zelfs bedrijfsleningen of investeerders aangeboden en na de studie kan de jonge ondernemer zich aansluiten bij een incubatorprogramma.

Of het onderzoek dat nodig is voor het ondernemingsplan telt mee voor studiepunten. Soms zelfs via de eindscriptie, waardoor het schrijven van een ondernemingsplan of bedrijfsonderzoek echt in combinatie gaat met het afstuderen.

42% Amerikaanse universiteiten biedt incubatorprogramma

In Amerika had in 2016 al 42 procent van de universiteiten een incubatorprogramma, zo blijkt uit onderzoek. In 2012 was dit nog 33 procent en in 2006 slechts 20 procent. In tien jaar is het aantal dus verdubbeld en als deze groei zo doorzet heeft binnen één tot twee jaar de helft van de Amerikaanse universiteiten een incubatorprogramma.

In Nederland loopt het nog niet zo hard, al hebben steeds meer universiteiten wel een eigen programma. Utrechtinc. en Yes!Delft zijn in Nederland goede voorbeelden, verder zijn er veel  afgeschermde programma’s, gelinkt aan studies waarvoor al snel vermogen nodig is. Denk aan de maakindustrie zoals de chemie, waarbij samenwerking met chemiebedrijven een vereiste is om toegang te krijgen tot de juiste machines.

Onafhankelijke incubators zoals Startup Bootcamp en Rockstart Accelerator

De kans bestaat dat studenten, net als in Amerika, scholen ook echt op de incubatorprogramma’s gaan afrekenen. Al zal dat in Nederland niet zo’n vaart lopen. Bij eerder genoemde incubators zijn ook bedrijven die niet op die scholen hebben gezeten welkom, daarnaast zijn er losse initiatieven zoals Startup Bootcamp en Rockstart Accelerator.

Het succespercentage van bedrijven die gestart zijn via een incubator is helaas niet veel groter dan het landelijk gemiddelde. Wel ontstaan hier gemiddeld gezien meer scaleups: bedrijven die snel extra medewerkers durven aan te nemen en in korte tijd uitgroeien tot serieuzere bedrijven.