Lender & Spender mikt komend jaar op 100 miljoen
Particuliere crowdfunding is in Nederland nog klein, maar volgens Robert Leclercq, medeoprichter van Lender & Spender, komt daar verandering in. “Crowdfunding voor consumentenkrediet gaat groter worden dan die voor de zakelijke markt.”
Wie in Nederland op zoek gaat naar crowdfunding komt al snel uit bij bedrijfsfinancieringen. Ondernemers zijn afgelopen jaren veelvuldig op zoek geweest naar een oplossing wanneer de bank niet wilde financieren. Crowdfunding bleek soms een goed alternatief. Inmiddels wordt het mkb voor honderden miljoenen via crowdfunding gefinancierd.
Particuliere crowdfunding is in het buitenland vaak groter dan de zakelijke markt, maar in Nederland nog niet echt een succes. Volgens Robert Leclercq komt dat simpelweg omdat er nog weinig partijen in het gat zijn gesprongen.
‘Wij kunnen direct concurreren met de bank’
Want interesse is er volgens hem zeker. De markt voor persoonlijke leningen is volgens cijfers van het BKR zo’n 7 miljard euro per jaar en dat geld zit volgens hem grotendeels bij de bank, maar dat kan veranderen. “Zakelijke leningen zijn vaak goedkoper bij de bank, en dus klopt een deel van de ondernemers pas aan als het daar niet lukt. Bij consumenten scheelt het allemaal niet zoveel en kunnen wij dus direct met de banken concurreren.”
Lender & Spender is een kleine twee jaar bezig met peer-to-peer lenen, zoals particuliere crowdfunding ook wel wordt genoemd. Op dit moment is er bijna 5 miljoen uitgezet, dankzij ruim vierhonderd actieve investeerders die gemiddeld ruim 4,1 procent nettoresultaat halen op hun investering.
Het begin is dus gemaakt, maar de getallen zijn bewust erg laag gehouden. “We waren actief, maar de handrem zat er stevig op. We hebben eerst data verzameld, ons systeem geoptimaliseerd en ervoor gezorgd dat we het allemaal ook bij grote getallen aankunnen.”
‘Investeerders kunnen tussentijds uitstappen’
Een grootste laatste stap was het aanbieden van tussentijds uitstappen voor investeerders. Vermogende particulieren die investeren kunnen bij aandelen tussentijds makkelijk uitstappen, bij crowdfunding kan dat vaak niet. Bij Lender & Spender is dat nu, onder voorwaarden, ook mogelijk gemaakt.
De handrem kan er nu dus echt af. “Het tussentijds uitstappen was nog een laatste grote stap die we wilden afwachten. Technisch is dat niet heel lastig, maar dat soort zaken moet langs de AFM en nemen qua papierwerk veel tijd in beslag. Nu dat rond is, zijn we klaar om de versnelling in te zetten.”
‘We zijn hard op zoek naar investeerders’
De markt is er volgens Robert klaar voor. Via vergelijkingssites of soortgelijke portalen is de potentie in de markt al duidelijk. De bottleneck komende tijd ligt ‘m volgens Robert daarom in het vinden van investeerders. Al heeft het investeren in particulieren volgens hem veel voordelen.
Het gaat nu goed met bedrijven, maar als het economisch minder gaat, heeft dat direct effect op zakelijke crowdfunding. Bij particulieren is dat veel minder het geval, denkt Robert. Hij ziet uit branchecijfers dat ook tijdens de crisis mensen toch hun lening terugbetaalden. “Met uitkeringen of andere vangnetten blijken consumenten veel beter in staat om tegenslagen op te vangen dan bedrijven. Die kunnen altijd failliet gaan en dan sta je al snel met lege handen.”
‘Komend jaar willen we 25 miljoen via particuliere investeerders ophalen’
Desondanks zal het nog een hele klus worden om de investeerders te vinden. Particuliere crowdfunding heeft voor een investeerder veel voordelen ten opzichte van de zakelijke variant, maar de zakelijke platformen lopen qua bekendheid jaren voor en hebben soms al tienduizenden investeerders aan zich weten te binden. De uitdaging voor Lender & Spender is dus om komend jaar deze of soortgelijke mensen te overtuigen van haar voordelen.
Om echt het vliegwiel in te kunnen zetten is Robert daarom, naast het geld van particuliere investeerders, ook op zoek naar professionele investeerders. “Van de 100 miljoen euro die we in 2019 weg willen zetten zal ongeveer een kwart van particuliere investeerders moeten komen, de rest zal geld van professionele partijen zijn.”
Reacties